Zo krijgt u uw was perfect droog
Niets vervelender dan wasgoed dat nog vochtig uit de droogkast komt. Met onze vier tips zorgt u ervoor dat uw droogkast betere droogprestaties levert, minder energie verbruikt en ook nog eens langer meegaat.
1. Voorzie een ruimte met een goede temperatuur voor uw droogkast
De plaats waar u uw droogkast zet, heeft invloed op zijn prestaties. Veel mensen plaatsen hun toestel in een onverwarmde ruimte, zoals een garage. Als de temperatuur in deze ruimte aan de lage kant is, kan dit echter de droogprestaties van uw apparaat beïnvloeden. We hebben een test uitgevoerd bij een temperatuur van 7 graden celcius waaruit bleek dat het energieverbruik in deze omstandigheden toeneemt, de droogcyclus langer duurt en het wasgoed soms natter uit het toestel komt dan wanneer het in een ruimte staat met een hogere temperatuur. Voor een goede werking moet de condensor kouder zijn dan de lucht die er doorheen stroomt. Zorg er dus voor dat de ruimte waarin de droogkast staat niet te koud is. Fabrikanten gaan er doorgaans van uit dat de apparaten zich in een ruimte bevinden waar het niet minder dan 10 graden is. Dit is vooral belangrijk in de winter, als de ruimte niet verwarmd of geïsoleerd is. Het apparaat plaatsen in een ruimte waar de temperatuur kan oplopen tot 35 graden is evenmin aangewezen. Raadpleeg de handleiding van de fabrikant voor de gewenste kamertemperatuur.
2. Ventileer de ruimte correct
Als u een droogkast in een gesloten kast onderbrengt, kan dit vochtproblemen geven. De warmte komt dan namelijk vast te zitten in die afgesloten ruimte en kan niet naar buiten ontsnappen. Het is daarom cruciaal om voor voldoende ventilatie te zorgen wanneer het apparaat in werking is. Zet dan bijvoorbeeld gewoon de kastdeur open. De plaatsing van een afzuiginstallatie kan ook nuttig zijn. Er kunnen ook problemen ontstaan als de wasruimte niet groot genoeg is. Idealiter heeft u een ruimte van ongeveer 10 tot 12m2. Kleinere ruimtes warmen al gauw op door de droogkast en het vocht in de lucht kan condenseren op bepaalde koudere oppervlakken zoals ramen. In veel gevallen kunt u het probleem oplossen door goed te ventileren, bijvoorbeeld door een raam of deur open te zetten tijdens het droogproces.Als u een droogkast in een gesloten kast onderbrengt, kan dit vochtproblemen geven. De warmte komt dan namelijk vast te zitten in die afgesloten ruimte en kan niet naar buiten ontsnappen. Het is daarom cruciaal om voor voldoende ventilatie te zorgen wanneer het apparaat in werking is. Zet dan bijvoorbeeld gewoon de kastdeur open. De plaatsing van een afzuiginstallatie kan ook nuttig zijn. Er kunnen ook problemen ontstaan als de wasruimte niet groot genoeg is. Idealiter heeft u een ruimte van ongeveer 10 tot 12m2. Kleinere ruimtes warmen al gauw op door de droogkast en het vocht in de lucht kan condenseren op bepaalde koudere oppervlakken zoals ramen. In veel gevallen kunt u het probleem oplossen door goed te ventileren, bijvoorbeeld door een raam of deur open te zetten tijdens het droogproces.
3. Reinig goed de filters van uw droogkast
Als de filters vol stof en pluizen zitten, zal uw droogkast minder goed presteren, meer energie verbruiken en meer tijd nodig hebben om de droogcyclus af te werken. De pluizenfilter zit in de deur of onderaan de deur. U kunt hem gemakkelijk zelf verwijderen en u moet hem na elke cyclus schoonmaken. In veel droogkasten - vooral die met een warmtepomp - zit een extra microfilter vlakbij de condensor. Deze moet u om de tien droogcycli schoonmaken. U kunt ook het rooster van de ventilatie stofzuigen zodat de lucht vrij kan circuleren. Sommige apparaten vereisen een specifieke methode om de filters te reinigen. Raadpleeg hiertoe de handleiding bij het toestel. Behalve de filters reinigen moet u, afhankelijk van het apparaat, soms ook de condensor reinigen, die het vocht uit de lucht haalt. We raden aan om die meerdere keren per jaar schoon te maken, afhankelijk van hoe vaak de droger wordt gebruikt.
4. Hou de trommel schoon
Bijna alle droogkasten werken met automatische programma's, zoals "katoen" of "strijkdroog", dus zonder timer. De sensoren in de trommel moeten detecteren wanneer het wasgoed voldoende droog is. Hou de trommel schoon, want als er zich vuil of kalkaanslag op de sensor vastzet, kunnen deze de vochtigheidsgraad van het wasgoed niet meer goed meten en stopt de programmacyclus mogelijk vroegtijdig. Veeg de trommel en de deur regelmatig af met een vochtige doek. Doe dit echter alleen nadat de droogkast is afgekoeld, anders riskeert u de trommel of deur te beschadigen. Kalkaanslag kunt u verwijderen en ook voorkomen door een beetje azijn te gebruiken. Als uw droogkast een luchtafvoer heeft via een buis of een slang, controleer die dan regelmatig op de aanwezigheid van pluizen of dergelijke. Als de lucht niet goed weg kan, kan er immers brandgevaar ontstaan. Bijna alle droogkasten werken met automatische programma's, zoals "katoen" of "strijkdroog", dus zonder timer. De sensoren in de trommel moeten detecteren wanneer het wasgoed voldoende droog is. Hou de trommel schoon, want als er zich vuil of kalkaanslag op de sensor vastzet, kunnen deze de vochtigheidsgraad van het wasgoed niet meer goed meten en stopt de programmacyclus mogelijk vroegtijdig. Veeg de trommel en de deur regelmatig af met een vochtige doek. Doe dit echter alleen nadat de droogkast is afgekoeld, anders riskeert u de trommel of deur te beschadigen. Kalkaanslag kunt u verwijderen en ook voorkomen door een beetje azijn te gebruiken. Als uw droogkast een luchtafvoer heeft via een buis of een slang, controleer die dan regelmatig op de aanwezigheid van pluizen of dergelijke. Als de lucht niet goed weg kan, kan er immers brandgevaar ontstaan.